‘Over de staotie’ zeggen ze hier en dan gaat het over de buurt die volop in ontwikkeling is. Deze kant van de stad leidt een eigen leven en heeft specifieke charmes. De schoenfabriek van weleer is een school geworden en ook de weverijen maakten plaats voor nieuwe, hedendaagse woonprojecten.
De Gruuthusestraat en de Bedevaartstraat vormen de dubbele ruggengraat van de wijk over het station. Dat die eerste naar de vroegere burggraven van Brugge verwijst, is geen toeval. Vanuit hun woning aan de Dijver – vandaag het Gruuthusemuseum – bestuurden ze een ruim gebied en daar hoorde onder andere het belangrijke leenhof Tielt-ten-Hove bij. De huidige straat ligt waar ooit de dreef naar het hof lag. De Bedevaartstraat leidde ondertussen eeuwenlang Tieltenaren naar de Meulebeekse Marialoopkapel.
Het station kwam in 1860 op de locatie van de toenmalige blekerij en de spoorlijn werd vrijwel meteen een katalysator voor nieuwe industrie. Namen als Van Maele, ’t Wolfabriekske en ’t Zijdefabriekske behoren tot het collectieve Tieltse geheugen, ook al schieten de spoelen ondertussen niet meer. Ze maakten plaats voor nieuwe, hedendaagse stadsontwikkeling in een combinatie van openbaar groen en woonruimte.
Buurtfeesten, de aanwezigheid van Mivalti en een nieuwe eyecatcher als Kantoor aan het Spoor blijven voor bedrijvigheid zorgen, passend bij de tijd. De spoorlijn Gent-De Panne connecteert de stad met het binnenland en de zee maar de Tieltse stationsbuurt blijft een micro-omgeving met typische charmes. Hier wonen mensen die weten dat thuiskomen en vertrekken soms één en hetzelfde zijn.